Centrale Raad bevestigt de Rechtbank Amsterdam over toepassing artikel 17 lid 2

Logo_rechtspraakDe Raad oordeelt over de toepassing van artikel 17 lid 2 WWB (CRVB:2015:456). Geen verrassende uitspraak naar mijn mening, maar mooi opgeschreven en het hoogste woord is er (wederom) uit. Artikel 17 lid 2 WWB1 is sinds 1 januari 2013 gewijzigd. De wetgever heeft met de wijziging beoogd een verduidelijking te geven van de medewerkingsplicht. Namelijk, dat het meewerken aan een oproep op een bepaalde tijde en plaats te verschijnen in verband met arbeidsinschakeling onder de medewerkingsplicht valt en dus ook onder de reikwijdte van artikel 54 lid 1 WWB valt, althans zo luidt het betoog van het college in kwestie. De Raad bevestigt de rechtbank Amsterdam. Over die rechtbankuitspraak verscheen al eerder een uitgebreid blog.

Wat gaat het over
In het kort komt het op het volgende neer. Het college roept betrokkene op voor de start van een zogeheten oriëntatieperiode. Tijdens deze periode wordt bepaald welk re-integratietraject voor betrokkene het meest geschikt is. Omdat betrokkene niet verschijnt op een oproep van het betreffende re-integratiebureau schort het college het recht op bijstand van betrokkene op met toepassing van artikel 54 lid 1 WWB. Het college roept betrokkene opnieuw op (de hersteltermijn) voor de start van een oriëntatieperiode. Daarbij is betrokkene tevens meegedeeld dat hij zijn medewerkingsverplichting wat betreft zijn re-integratie niet is nagekomen en dat dit kan leiden tot het opleggen van een maatregel. Tevens deelt het college mede dat hij de bijstand intrekt als betrokkene niet op de oproep reageert. Omdat betrokkene ook op de tweede oproep niet verschijnt trekt het college de bijstand van betrokkene in met toepassing van artikel 54 lid 4 en artikel 17 lid 2 WWB. Door niet te verschijnen is – volgens het college – het recht op bijstand niet (langer) vast te stellen.

College komt in hoger beroep
Het college heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd voor zover het beroep tegen het bestreden besluit 12 gegrond is verklaard. Het college acht zich, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, wel bevoegd de bijstand in de hier voorliggende situatie op te schorten en in te trekken. Uit de sinds 1 juli 2013 aangepaste tekst van artikel 17 lid 2 WWB en de memorie van toelichting bij deze aanpassing is volgens het college op te maken dat het niet meewerken aan oproepen in verband met de arbeidsinschakeling wel degelijk onder de reikwijdte van artikel 54 lid 1 WWB valt.

Het oordeel van de Raad
Niet in geschil is dat een oriëntatieperiode, zoals hier aan de orde, een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling is, zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 aanhef en onder b WWB.

Inlichtingenplicht
Op grond van artikel 17 lid 1 WWB doet de belanghebbende aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand.

Medewerkingsplicht
Artikel 17 lid 2 WWB, zoals dit luidde tot 1 juli 2013, bepaalde dat de belanghebbende verplicht is aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet. Met ingang van 1 juli 2013 heeft de wetgever3 – onder wijziging van de punt in een komma – de zin in dit artikellid als volgt aangevuld:

“waaronder in ieder geval wordt verstaan het verlenen van medewerking aan een oproep om op een bepaalde plaats en tijd te verschijnen in verband met zijn arbeidsinschakeling.”

Opschorten recht
Op grond van artikel 54 lid 1 aanhef en onder a WWB kan het college het recht op bijstand opschorten indien de belanghebbende de voor de verlening van bijstand van belang zijnde gegevens of de gevorderde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt, of indien de belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleent. Ingevolge artikel 54 lid 2 WWB doet het college mededeling van de opschorting aan belanghebbende en nodigt hem uit binnen de door hem te stellen termijn het verzuim te herstellen. Op grond van artikel 54 lid 4 WWB kan het college het besluit tot toekenning van bijstand intrekken met ingang van de eerste dag waarover het recht op bijstand is opgeschort als de belanghebbende in het geval bedoeld in het eerste lid het verzuim niet binnen de daarvoor gestelde termijn herstelt.

Meewerken onderzoek en gevolgen niet meewerken
Ingevolge artikel 9 lid 1 aanhef en onder b WWB, voor zover hier van belang, is een belanghebbende verplicht gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Artikel 18 lid 2 WWB bepaalt, voor zover hier van belang, dat indien de belanghebbende de uit de WWB voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt het college de bijstand verlaagt overeenkomstig de verordening, bedoeld in artikel 8 lid 1 onderdeel b. Van een verlaging wordt afgezien als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Eerdere jurisprudentie
In zijn uitspraak CRVB:2007:AZ8403, zet de Raad – onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis van artikel 17 WWB – uiteen dat in artikel 17 lid 1 WWB een algemene inlichtingenverplichting is neergelegd en in het tweede lid van dat artikel, zoals dat luidde vóór 1 juli 2013, een medewerkingsverplichting en dat deze verplichtingen in elkaars verlengde liggen en in onderlinge samenhang moeten worden bezien. Tevens overweegt de Raad in deze uitspraak dat het tegen de achtergrond daarvan niet in de rede ligt aan de in artikel 54 lid 1 WWB opgenomen zinsnede ‘anderszins onvoldoende medewerking verlenen’ een ruimere strekking toe te kennen dan aan de in artikel 17 lid 2 WWB bedoelde verplichting. De Raad oordeelt over de in deze uitspraak aan de orde zijnde weigering mee te werken aan een voorziening, als bedoeld in artikel 9 lid 1 aanhef en onder b WWB, dat een verlaging op grond van artikel 18 lid 2 WWB moet worden toegepast.

Opschorten bij totale herbeoordeling recht
In zijn uitspraak CRVB:2008:BE2717 oordeelt de Raad – onder verwijzing naar en ter aanvulling op de overwegingen van CRVB:2007:AZ8403 – verder nog  dat artikel 54 lid 1 WWB toepassing mist in gevallen waarin de gegevensverstrekking en de van een betrokkene verlangde medewerking niet zien op een (totale) herbeoordeling van het recht op bijstand, maar plaatsvinden in het kader van – kort gezegd – de arbeidsinschakelings- of re-integratieplicht als bedoeld in artikel 9 lid 1 WWB.

Medewerking onderzoek recht op bijstand
Met zijn uitspraak CRVB:2010:BN2722, zet de Raad in lijn met de hiervoor genoemde uitspraken nader uiteen dat van ‘het verlenen van onvoldoende medewerking’ in de zin van artikel 54 lid 1 WWB slechts dan sprake is als de belanghebbende onvoldoende medewerking verleent in het kader van een onderzoek naar het recht op bijstand en niet als hij onvoldoende medewerking verleent in het kader van een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.

Memorie van toelichting
Zoals de rechtbank terecht vaststelt, blijkt uit de memorie van toelichting4 bij de onder r.o. 4.3 genoemde aanvulling in artikel 17 lid 2 WWB dat de wetgever onder verwijzing naar de hiervoor genoemde uitspraken van de Raad heeft beoogd te verduidelijken dat het meewerken aan een oproep in het kader van de arbeidsinschakeling wel onder de medewerkingsverplichting van artikel 17 lid 2 WWB valt en dus ook onder de reikwijdte van artikel 54 lid 1 WWB. Verder is in de Toelichting vermeld dat deze medewerkingsverplichting geen overlap vertoont met de in artikel 9 lid 1 aanhef en onder b WWB opgenomen verplichting mee te werken aan een onderzoek naar de arbeidsinschakeling. Bij de laatstgenoemde verplichting staat het recht op bijstand namelijk vast en is bij het niet nakomen daarvan het bepaalde in artikel 18 lid 2 WWB van toepassing, terwijl bij de eerstgenoemde verplichting, de medewerkingsverplichting, zoals bedoeld in het per 1 juli 2013 aangepaste artikel 17 lid 2 WWB, het recht op bijstand niet vaststaat. Bij niet-nakoming van deze verplichting is opschorting en intrekking met toepassing van artikel 54 lid 1 en 4 WWB dan ook wel aan de orde.

Verduidelijking en geen uitbreiding
Dat de per 1 juli 2013 gerealiseerde aanpassing van artikel 17 lid 2 WWB slechts een verduidelijking betreft – en dus niet een uitbreiding, zoals het college kennelijk meent – valt verder op te maken uit het feit dat de wetgever geen aanleiding heeft gezien artikel 54 aan te passen én, zoals blijkt uit de Toelichting, uitdrukkelijk heeft willen vasthouden aan het uitgangspunt dat de toepassing van artikel 54 lid 1 en 4 WWB eerst aan de orde is als het niet nakomen van de inlichtingenverplichting en/of de medewerkingsverplichting van invloed is op het vaststellen van het recht op bijstand. Daarmee is gegeven dat de systematiek ten aanzien van het opschorten en intrekken van de bijstand met toepassing van artikel 54 lid 1 en 4 WWB op en na 1 juli 2013 ongewijzigd is gebleven. Dit betekent verder, hiermee samenhangend, dat de vermelde uitspraken, waarin deze systematiek uitvoerig is besproken, onverkort hun gelding hebben behouden. Dit strookt ook met dat wat in de Toelichting is vermeld over de niet aan de orde zijnde overlap met de in artikel 9 WWB neergelegde arbeidsverplichtingen.

Actueel recht op bijstand vast te stellen
Met de rechtbank is de Raad dan ook van oordeel dat in het voorliggende geval, waarin betrokkene louter wordt tegengeworpen dat hij niet heeft voldaan aan de in artikel 9 lid 1 aanhef en onder b WWB neergelegde medewerkingsverplichting, het college niet staande kan houden dat hij door dit verzuim het recht op bijstand niet kan vaststellen. Het college betoogt nog – ter onderbouwing van zijn standpunt dat het recht op bijstand in dit geval niet kan worden vastgesteld –  dat betrokkene niet kan worden begeleid naar betaald werk. Dit omdat inlichtingen over diens arbeidsinschakeling ontbreken doordat betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan de twee oproepen, als gevolg waarvan de bijstand mogelijk te lang wordt voortgezet. Dit kan echter niet worden aangemerkt als een situatie waarin het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Het gaat bij de uitoefening van de bevoegdheid tot opschorting en daaropvolgende intrekking immers om het vaststellen van het actuele recht op bijstand van betrokkene en niet om het in de toekomst vast te stellen recht op bijstand. Ter zitting voert het college nog aan dat uit een tweetal uitspraken van de Raad CRVB:2012:BW8094 en CRVB:2012:BW8399, is af te leiden dat het niet nakomen van de arbeidsverplichtingen wel degelijk van invloed kan zijn op het recht op bijstand. De Raad volgt het college hierin evenmin, al omdat in deze uitspraken de arbeidsverplichtingen slechts een rol speelden bij de daar voorliggende vraag of bij de hoogte van de terugvordering van ten onrechte verleende bijstand rekening moest worden gehouden met het ontbreken van (voldoende) inkomsten van de verzwegen partner.

Niet bevoegd tot opschorten en intrekken recht
In het licht van dat wat onder r.o. 4.11 en r.o 4.12 is overwogen, het volgende. De opmerking in de Toelichting dat bij het niet nakomen van de medewerkingsverplichting, zoals bedoeld in het per 1 juli 2013 verduidelijkte artikel 17 lid 2 WWB, het recht op bijstand in een geval als het onderhavige niet vaststaat, is onbegrijpelijk en kan die evenmin het standpunt van het college dragen. De Raad komt dan ook met de rechtbank tot het oordeel dat het college niet bevoegd was om de bijstand van betrokkene met toepassing van de artikelen 54 lid 1 en 4 WWB op te schorten respectievelijk daaropvolgend in te trekken. Dit betekent dat het hoger beroep van het college niet slaagt.

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies 


  1. ongewijzigd in art. 17 lid 2 Participatiewet 

  2. besluit 2 heeft betrekking op de maatregel waartegen belanghebbende zonder succes is opgekomen 

  3. Stb. 2013, 236, Verzamelwet SZW 2013 

  4. TK, 2012/13, 33 556, nr 3, p. 18 en 19 

2 Replies to “Centrale Raad bevestigt de Rechtbank Amsterdam over toepassing artikel 17 lid 2”

  1. Pingback: Centrale Raad: onderzoek wetenschap en kennisniveau belangenbehartiger verplicht? | Ingeborg Lunenburg Opleiding + Advies

  2. Pingback: Best gelezen en Series – Ingeborg Lunenburg Opleiding + Advies

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

5 × drie =