Op 11 februari heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel maatregelen WWB aangenomen. Het ligt in de verwachting dat het voorstel de Eerste Kamer ongeschonden doorkomt en op 1 januari 2015 in werking zal treden. Normaal gesproken zijn we gewend als een oorspronkelijk ingediend wetsvoorstel wijzigt dat daar een Nota van Wijziging of een aangenomen amendement aan vooraf gaat. Bij dit wetsvoorstel liep dat anders.
Gewijzigd voorstel van wet EK 2013/14, 33 801, A
Het is daarom van belang het gewijzigde wetsvoorstel te lezen om precies te weten wat er nu wel of niet nieuw dan wel gewijzigd is in de WWB. Bekend is dat de regering een aantal maatregelen op 3 februari 2014 heeft aangepast nadat daarover afspraken waren gemaakt met de fracties van D66, ChristenUnie en SGP. Er zijn nog twee onderwerpen die – in afwijking van het Regeerakkoord Rutte II en de afspraken – de eindstreep niet hebben gehaald. Het gaat om het invoeren van de vierwekentermijn voor 27 plussers en het afschaffen van de desgevraagde van rechtswege ontheffing van de verplichtingen van artikel 9 lid 1 onder onder a WWB. Dat artikel geldt kort gezegd voor de alleenstaande ouder waarvan het jongste kind jonger is dan vijf jaar. Laatstgenoemd onderwerp springt in het oog omdat hierover door de regering al eens eerder een stevige vooraankondiging is gedaan die ook niet doorging op aandringen van de SGP.
Parlementaire behandeling
Het is echter niet zo dat over deze twee onderwerpen niets terug te vinden is in de Kamerstukken. In het debat op 6 februari jl. is dat nadrukkelijk wel aan bod geweest waaronder ook de relevante amendementen. Tijdens dat debat gaf staatssecretaris Klijnsma aan de betreffende amendementen over te willen nemen. De voorzitter op haar beurt meldde dat dit niet gebruikelijk is te doen en vroeg de Kamer om instemming. En die werd verkregen. Van het debat is één document beschikbaar. Daaruit staan hieronder twee citaten.
Amendement 33 801 nr. 27
Staatssecretaris Klijnsma. “Ik kom bij blokje nummer 9, dat gaat over de vier weken zoektijd. Het wetsvoorstel bevatte de vier weken zoektijd voor personen van 27 jaar en ouder. Ik heb er natuurlijk kennis van genomen dat mevrouw Schouten en de heer Kerstens een amendement hebben ingediend waarmee zij de invoering van de vier weken zoektijd voor personen vanaf 27 jaar willen schrappen. Dit amendement is onderdeel van de afspraken die zijn gemaakt tussen de ChristenUnie, D66, de SGP en de coalitiepartners. Ook dit amendement wil ik graag overnemen. De bestaande praktijk blijft daarmee gehandhaafd.”
Ik kan me vergissen maar in de schriftelijke afspraken met de fracties kan ik het hier bovenstaande niet terugvinden. Verder is het zo dat Lid Voortman haar amendement nr. 22 over het flexibiliseren van de vierwekentermijn voor de stemming van het wetsvoorstel heeft ingetrokken. In het verlengde hiervan is het voor colleges ook niet verplicht voor elke aanvrager van bijstand een plan van aanpak op te stellen. Voor jongeren blijft deze plicht wel bestaan (art. 44a WWB)
Amendement 33 801 nr. 31
Staatssecretaris Klijnsma. “Men begrijpt dat ik iedereen graag wil uitnodigen om mee te doen aan de samenleving. Daarom vind ik dat de ontheffing van de arbeidsverplichting alleen nog maar tijdelijk kan zijn, zodat iedereen mee kan doen. Ik ben hier maar wederom gewoon heel open en eerlijk over. In het wetgevingsoverleg hebben verschillende fracties bepleit dat de zorg en opvoeding van jonge kinderen wordt geborgd. Ik hecht uiteraard aan een meerderheid voor het wetsvoorstel. Daarom neem ik het amendement van de SGP en ChristenUnie over.”
Tot zover de achtergrond van het feit dat artikel 9a WWB blijft bestaan. Toch is de regering daarbij iets vergeten. Het huidige artikel 8 lid 1 onder h WWB (het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 9a, twaalfde lid) is niet meer opgenomen in het wetsvoorstel.
Ontheffingen
In een eerder blog schreef ik al uitgebreid over de arbeidsverplichtingen en de mogelijkheid om daarvan te worden ontheven, zoals die thans van kracht zijn. Daarin schreef ik ook dat het wetsvoorstel maatregelen WWB een resoluut eind maakt aan de huidige wettelijke mogelijkheden tot ontheffing. In het wetsvoorstel staat hierover dat:
- er geen bevoegdheid meer bestaat om uitkeringsgerechtigden (tijdelijk) te ontheffen van de re-integratieplicht (voorgesteld art. 9 lid 2 WWB).
- alleen als iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in hoofdstuk 4 WIA, mag het college een ontheffing verlenen van de verplichtingen van artikel 9 lid 1 onder a, b en c WWB (voorgesteld art. 9 lid 5 WWB).
De wetswijziging heeft onmiddellijke werking, tenzij dat (voor bepaalde artikelen) anders wordt bepaald. Dat verwacht ik overigens niet. Er zijn veel vragen gesteld over de kwestie rond ontheffingen.
Standpunt regering (TK 33 801 nr. 19)
De regering hecht er aan te benadrukken dat zij er van uitgaat dat bijstandsgerechtigden de eigen mogelijkheden benutten en gebruik maken van de kansen die de bijstand biedt. Zij wil ervoor zorgen dat de bijstand nog meer mensen aanspoort om mee te doen. De regering beoogt dat de polisvoorwaarden van de bijstand aansluiten bij dit uitgangspunt. Om deze reden herziet de regering de bestaande ontheffingen van de arbeids- en re-integratieverplichting en gaat de verplichting tot tegenprestatie naar vermogen gelden voor WWB-, IOAW- en IOAZ-uitkeringsgerechtigden. Er wordt geen vrijstelling meer gegeven van de re-integratieverplichting, behoudens bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. De vrijstelling van alleenstaande ouders met een kind jonger dan vijf jaar (het huidige artikel 9a van de WWB) voor de arbeidsinschakeling komt ter beoordeling aan het college. [Redactie: art. 9a WWB blijft gehandhaafd]. Alleen mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, worden permanent ontheven van zowel de arbeidsverplichting en re-integratieverplichting, als ook van de tegenprestatie. Het gaat om degenen die voldoen aan de criteria die de Wet WIA daaraan stelt. Dit is de enige groep voor wie dit geldt. De regering heeft hiertoe besloten om te voorkomen dat deze mensen en de uitvoering belast moeten worden met een periodiek medisch onderzoek waarvan de uitkomst op voorhand vast staat, gegeven de duurzaamheid van de volledige arbeidsongeschiktheid.
Overige wijzigingen
Het wetsvoorstel gaat niet alleen het bovenstaande. In volgende weblogs gaat het dan ook over de andere wijzigingen. Ik noem de volgende:
- de kostendelersnorm en de uitzonderingen
- de inhoud van de Verordeningen
- tegenprestatie naar vermogen
- de geüniformeerde arbeidsverplichtingen en de beoordeling van het niet of onvoldoende nakomen daarvan
- hoe duiden we de gedragingen
- toepassen van de Verordening binnen de kaders van de wet
- afstemmen maatregel naar oordeel van het college
- inkeerregeling
- individuele inkomenstoeslag, bevoegdheid op basis van omstandigheden van de persoon van de aanvrager
- overige aanvullende inkomensondersteuning
- overige (kleine) wijzigingen
De geïnteresseerde lezer wijs ik verder op een aantal artikelen in Sociaal Bestek over inkomenssteun of maatwerkvoorziening door gemeenten en een aantal blogs hierover. Met het wetsvoorstel wordt de categoriale bijzondere bijstand afgeschaft. Alleen de collectieve aanvullende verzekering in natura of een tegemoetkoming in de premie daarvan blijft bestaan.
Opleidingsaanbod
Welke scholing biedt Ingeborg Lunenburg opleiding + advies aan op dit wetsvoorstel?
- Studiedag Actualiteiten WWB 2014 – 2015
- Masterclass Bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag en minimabeleid
- Training Handhaven doelmatigheid van bijstand
©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies