Wie betaalt de kosten van het medisch advies of mogen het ook leges zijn?

Help-DeskWie betaalt de kosten van het medisch advies?
De gemeente voert verschillende bijzondere wetten uit: de Wet werk en bijstand, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Regeling Gehandicapten Parkeerkaart. Voor deze bijzondere bestuurswetten kan advisering van toepassing zijn of is advisering verplicht voorgeschreven om de aanspraak te kunnen beoordelen. De Wmo en de WWB kennen geen formele adviesplicht. Wel kan het bij de Wmo zo zijn dat de gemeenteraad bij verordening de adviesplicht oplegt aan het college. De Regeling Gehandicapten Parkeerkaart kent wel een formele adviesplicht.

Wet werk en bijstand
Voor de WWB kan het nodig zijn om advies te vragen om te kunnen beoordelen of belanghebbende uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten heeft die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen (zie CRvB 18-04-2006, AW5504 NABW voor stookkosten).

Is er sprake van een uitsluitingsgrond, dan moet het college in geval van zeer dringende redenen – als bedoeld in artikel 16 lid 1 WWB toch bijstand verlenen. In voorkomende gevallen moet vast staan dat sprake is van een acute noodsituatie en dat de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert op geen enkele andere wijze zijn te verhelpen, zodat het verlenen van bijstand volstrekt onvermijdelijk is. Zie CRvB 26-01-2010, BL3224 WWB voor de kosten van medicinale cannabis en mijn annotatie bij deze uitspraak.

In de artikelen 35 en 16 WWB staat niet dat de belanghebbende met een medisch advies moet aantonen dat hij aanspraak heeft op bijstand, maar wel dat het college de plicht heeft bijstand te verlenen als wordt voldaan aan de voorwaarden of sprake is omstandigheden waardoor bijstandsverlening onvermijdelijk is.

Het recht op (algemene) bijstand kent een aantal belangrijke uitgangspunten. Zo geldt dat burgers een eigen verantwoordelijkheid hebben datgene te doen (of na te laten) om in hun eigen bestaan(skosten) te voorzien. Dit uitgangspunt is onder meer verwoord in plicht tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie zoals neergelegd in artikel 9 WWB. De arbeidsverplichting geldt van rechtswege voor elke aanvrager en ontvanger van bijstand tussen de 18 en de pensioengerechtigde leeftijd. Een medisch advies kan nodig zijn om te bepalen in welke mate belanghebbende in staat is tot het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid, gebruik kan maken van een re-integratievoorziening waaronder ook sociale activering gericht op arbeidsinschakeling. Mogelijk is een (gedeeltelijke) ontheffing daarvan aangewezen (zie CRvB 15-05-2012, BW6525 WWB voor de ontheffing van de arbeidsplicht).

In artikel 9 WWB staat niet dat de belanghebbende met een medisch advies moet aantonen dat hij niet in staat is tot (…), maar wel dat het college bevoegd is om ontheffing te verlenen van de verplichte arbeidsinschakeling.

Wet maatschappelijke ondersteuning
In artikel 4 Wmo is de wettelijke aanspraak op (individuele) voorzieningen geregeld; de compensatieplicht. De doelgroep van de compensatieplicht bestaat uit mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem. Het college is verplicht aan de doelgroep voorzieningen te verlenen als zij beperkingen ondervinden in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Artikel 4 lid 1 Wmo brengt mee dat de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie de doeleinden zijn waarop het verlenen van voorzieningen door het college op moet zijn gericht. Dat is nader beschreven in vier resultaatgebieden. Artikel 4 lid 2 Wmo bepaalt dat het college bij het verlenen van voorzieningen ook rekening moet houden met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager waaronder verandering van woning in verband met wijziging van leefsituatie, alsmede met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien.

In artikel 4 Wmo staat niet dat de aanvrager met een medisch advies moet aantonen dat hij aanspraak heeft op een voorziening. Bij het verlenen van (individuele) voorzieningen heeft het college de plicht een wettelijk resultaat te bereiken als wordt voldaan aan de voorwaarden. Gaat het om het vaststellen van een medische kwalificatie over lichamelijke of geestelijke gebreken en de beperkingen die daaruit kunnen voortvloeien, dan moet het college om medisch advies vragen (vergelijk CRvB 02-07-2008, BD6539 Valys en zie CRvB 13-06-2012, BW8322 Wmo).

Regeling Gehandicaptenparkeerkaart
Op grond van de Regeling kan een bestuurderskaart, een passagierskaart of een instellingskaart worden verstrekt. Ik ga kort in op de bestuurderskaart. Artikel 1 lid 1 onder a Regeling GPK bepaalt de aanspraak voor de bestuurderskaart als volgt. De belanghebbende moet een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor hij – met de gebruikelijke loophulpmiddelen – in redelijkheid niet in staat is zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen (zie ABRS 13-10-2010, BO0220 Regeling GPK). Onder ‘van langdurige aard’ wordt ten minste zes maanden verstaan.

Artikel 2 Regeling gehandicaptenparkeerkaart bepaalt dat in beginsel niet eerder een gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven voordat een geneeskundig onderzoek plaatsvindt met betrekking tot de handicap van de aanvrager. Een dergelijk onderzoek (advies) is daarmee verplicht voorgeschreven. Uit de Regeling blijkt echter niet dat de aanvrager om een bestuurderskaart of een passagierskaart met een medisch advies moet aantonen dat hij aanspraak heeft. Hieruit vloeit voort dat de gemeente niet bevoegd is om de kosten van een medisch advies te laten betalen door de aanvrager.

Zijn de kosten van een medisch advies aan te merken als leges?
Deze vraag roept een primaire vraag op, namelijk wanneer de gemeente leges mag heffen. Artikel 229 lid 1 aanhef en onder  b Gemeentewet bepaalt dat de gemeente leges kan vragen voor het leveren van diensten. Het artikel bepaalt dat rechten kunnen worden geheven ter zake het genot door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Het is de vraag of (de kosten van) een bij wettelijke regeling voorgeschreven medisch advies kan worden aangemerkt als het verlenen van diensten. Ik meen van niet.

Uit de jurisprudentie volgt dat door of vanwege het gemeentebestuur verrichte werkzaamheden slechts als diensten worden aangemerkt als het gaat om werkzaamheden die buiten het gebied liggen van de publieke taakuitoefening en die rechtstreeks en in overheersende mate verband houden met dienstverlening voor een individualiseerbaar belang (zie Hoge Raad 17-04-2009, BI1253 en Rechtbank Alkmaar 07-04-2011, BQ1171).

Omdat het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart voortvloeit uit de uitoefening van een publiekrechtelijke taak mogen daarover (lees ook de kosten van het medisch advies) geen leges worden geheven.

Als laatste nog de contra-expertise
Het kan zijn dat belanghebbende het niet eens is met de inhoud van het medisch advies dat door het college is gebruikt bij een van de genoemde bijzondere wetten. Voldoet het advies aan de daaraan gestelde eisen voor de zorgvuldige totstandkoming (art. 3:9 Awb) en kan en mag het college zich bij de besluitvorming baseren op dat advies, dan ligt het op de weg van belanghebbende de inhoud van dat advies gemotiveerd en onderbouwd te bestrijden met een contra-expertise.

Komen de kosten van een contra-expertise in aanmerking voor bijzondere bijstand? Nee, deze kosten worden niet aangemerkt als noodzakelijke kosten in de zin van artikel 35 lid 1 WWB. De wens van belanghebbende om zijn positie in een rechterlijke procedure te verbeteren betekent niet dat hij daarvoor noodzakelijkerwijs kosten moet maken (zie bijvoorbeeld CRvB 18-10-2005, AT0334 NABW en vergelijk CRvB 13-06-2006, AX9573 WWB).

Immers, als de inbreng van een deskundige wezenlijk bijdraagt aan de beoordeling van de zaak in bezwaar en/of (hoger) beroep, dan kan de bestuursrechter een partij veroordelen in de kosten op grond van artikel 8:75 Awb die de andere partij redelijkerwijs heeft moeten maken, waaronder de kosten van de ingeschakelde deskundige (vergelijk CRvB 12-01-2011, BP1804 Wmo). Geïnteresseerden wijs ik op een uitzondering. De kosten van een contra-expertise ter bestrijding van de resultaten van een taalanalyse, worden wel aangemerkt als noodzakelijke kosten (CRvB 16-08-2011, BR5725 WWB). Wordt in voorkomende gevallen aan de overige voorwaarden voldaan, dan komen de kosten van deze contra-expertise in aanmerking voor bijzondere bijstand.

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies

One Reply to “Wie betaalt de kosten van het medisch advies of mogen het ook leges zijn?”

  1. Ik concludeer uit jouw verhaal dat de kosten van het medisch advies in principe altijd voor rekening van de gemeente komen, ook als de klant stelt dat hij niet aan de algemene regel kan voldoen? Wij hebben hier namelijk een casus waarin de klant stelt dat zij niet aan de arbeidsverplichting kan voldoen vanwege (hevige) pijn aan haar knie. Haar huisarts en specialist weigeren om hier uit privacy-overwegingen iets over op papier te zetten. De arbeidsverplichting geldt van rechtswege voor iedereen die algemene bijstand ontvangt. Als iemand meent van die voor iedereen geldende plicht uitgezonderd te moeten worden, wie betaalt dan de kosten van het medisch of arbeidskundig advies? Het lijkt me toch niet meer dan logisch dat de klant dan maar aan moet tonen, en niet dat de gemeente aan moet tonen dat zij wél aan de arbeidsverplichting kan voldoen?

    Rudy Cuperus- 05-03-2013

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

10 − 3 =