Eigen bijdrage collectief vervoer, Studiedag Wmo-begeleiding en scholing Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Eigen bijdrage voor het collectief vervoer
Gemeenten zoeken naar geld voor de Wmo gelet op (mogelijke) tekorten, logisch. Zo hoor ik met regelmaat de vraag of een eigen bijdrage mag worden gevraagd voor het collectief vervoer.

Het collectief vervoer is een individuele voorziening als voor de toegang tot dit systeem een (beperkte) individuele beoordeling wordt gedaan (CRvB 28-10-2009, BK2504 Wmo). De gemeenteraad zal bij verordening moeten bepalen of de burger bij het verlenen van individuele voorzieningen een eigen bijdrage verschuldigd is (artikel 15 Wmo). Verder is de gemeenteraad bevoegd tot delegatie aan het college die kan bepalen voor welke individuele voorzieningen een eigen bijdrage wordt gevraagd en in welke omvang dat gebeurt (CRvB 17-11-2010, BO6880 Wmo).

Het college is echter niet geheel vrij de omvang van vorm te geven. Het is daarbij gehouden aan de regels van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo). Ik noem twee voorbeelden. De hoogte van de eigen bijdrage is gemaximeerd, waarbij een standaardmaximum geldt en een inkomensafhankelijk maximum. Ook mag bij verlening van een voorziening in eigendom niet meer dan 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage worden gevraagd.

Het centraal Administratie Kantoor (CAK) is bevoegd bestuursorgaan voor het vaststellen, opleggen en innen van de eigen bijdrage (artikel 16 Wmo).

Niet nadrukkelijk in het Bmo geregeld – maar wel degelijk ook een grens – is dat niet meer eigen bijdrage mag worden gevraagd dan de kostprijs van de voorziening (TK 2004/05, 29 538, nr. 7, p. 2 en 3 en Staatsblad 2006, 450, p. 17). Op zichzelf genomen is dat ook logisch.

Kostprijs
Als het collectief vervoer een individuele voorziening is, dan ligt er een schone taak voor het college om aan te tonen wat de kostprijs daarvan is. Vergelijk CRvB 19-10-2011, BU2129 Wmo waarin blijkt dat het college – met een toegespitste kostenberekening – aannemelijk heeft gemaakt dat bij een keuzevrijheid de kosten voor Wmo-vervoersvoorzieningen substantieel zullen stijgen en dat het bestaansrecht van een collectief vervoerssysteem ernstig in gedrang komt. Uit de kostenberekening blijkt dat het systeem van collectief vervoer van de gemeente in kwestie alleen dan verantwoord kan functioneren wanneer zoveel mogelijk belanghebbenden daarin participeren. Ik ken de kostenberekening niet, maar verwacht eerlijk gezegd dat deze niet exact is. Dat maak ik op uit de bewoordingen “aannemelijk heeft gemaakt” van de CRvB. Voor het bepalen van de kostprijs kan het college niet volstaan met een aannemelijke kostprijs, maar zal dat exact moeten aantonen.

CVV voor iedereen toegankelijk
In veel gemeenten is het collectief vervoer niet alleen toegankelijk voor mensen met beperkingen, maar kan ook de valide medemens hiervan gebruik maken. Mensen met beperkingen zijn voor het gebruik doorgaans het reguliere OV-tarief verschuldigd, dat als zogeheten gereduceerd tarief geldt. Meestal is dat € 0,50 of € 0,55 per zone voor regionaal vervoer. Mensen zonder beperkingen betalen een hoog tarief van soms wel € 2,50 per zone. Dit betekent dat gebruikers van het collectief vervoer een deel van de kosten van dit systeem dragen, maar dat dit allesbehalve kostendekkend zal zijn.

In dit voorbeeld is het de vraag wat de ‘resterende’ kostprijs is en of deze zal verminderen als er meer mensen – al dan niet beperkt – gebruik gaan maken van dit vervoerssysteem. Als dat het geval is, dan zou het college een onmogelijke bewijsopdracht kunnen hebben voor wat betreft de kostprijs. Een tweede vraag is de volgende. Als de gemeente alleen een eigen bijdrage laat opleggen als de belanghebbende gebruik maakt van de voorziening, maakt dat nog verschil ten opzichte van de hiervoor opgeworpen vraag. Ik moet de antwoorden voorlopig schuldig blijven.

Bijdrage Provincie
Verder begrijp ik dat in sommige gemeenten de Provincie financieel bijdraagt aan een collectief vervoersysteem als dat ook voor bovenregionaal vervoer wordt ingezet. Dat roept ook de vraag op of dat van invloed is op het kunnen vaststellen van de kostprijs? Ook hierop moet ik het antwoord schuldig blijven.

Samenloop betaling OV-tarief en eigen bijdrage
Staat aantoonbaar vast wat de kostprijs van het collectief vervoersysteem is, dan wordt een belanghebbende geconfronteerd met twee betalingen voor het gebruik daarvan. Als eerste de verschuldigde ritprijs en daarnaast een eigen bijdrage waarvoor een factuur van het CAK wordt ontvangen. Kunnen deze twee betalingen naast elkaar bestaan? Daar ga ik zonder meer van uit. In CRvB 26-11-2009, BK4611 Wmo oordeelt de CRvB dat het is toegestaan het (destijds) blauwe strippenkaarttarief in rekening te brengen. Logisch, het zijn kosten die iedereen – ongeacht zijn beperkingen – maakt voor vervoer. De eigen bijdrage is een betaling van andere orde, zie daarvoor het begin van dit weblog.

Studiedag Wmo-begeleiding met juridische en menselijke maat
Op beide dagen in juni zijn voldoende deelnemers voor de studiedag. Echter is besloten, gelet op de huidige onzekerheid over de verdere behandeling en de definitieve inhoud van het wetsvoorstel, om deze twee studiedagen te annuleren. De inhoud van de studiedag en het bijbehorende materiaal wordt erg afhankelijk van als/dan-argumenten en daarmee kan niet de (juridische) kwaliteit worden geboden die wordt beoogd.

Pas op 29 mei a.s. wordt duidelijk of het wetsvoorstel begeleiding controversieel wordt verklaard. Eerlijk gezegd zou mij dat verbazen (of is dat wishful thinking?). De Eerste Kamer heeft zich recent uitgelaten dat zij het wetsvoorstel zullen behandelen als de Tweede Kamer daarover heeft gestemd. Verder zal het demissionair Kabinet nog moeten besluiten over het (deels) vervallen van de PGB-maatregelen in de AWBZ. Dit kan directe consequenties hebben in het debat over de (wettelijke) keuzevrijheid in de Wmo. De verwachting is dan ook dat de studiedag op 19 september in Eindhoven en op 26 september in Utrecht gewoon doorgaan.

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Zoals bekend, zal het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening op 1 juli 2012 in werking treden. Dat betekent dat we op weg zijn naar 1 juli 2012 Wgs. Dit is ook de naam van de Schulinck Verdiepingscursus die op donderdag 7 juni 2012 door Kyra Kranendonk-Von Weersch en Laura van Dongen wordt verzorgd in Eindhoven.

Bij deze cursus ligt de nadruk op de juridische kant van de schuldhulpverlening: de Wgs en het bestuursrecht waar de gemeenten mee te maken krijgen. Ter ondersteuning wordt relevante jurisprudentie besproken. Aan bod komen onder andere:

  • Verantwoordelijkheid gemeente
  • Beleidsplan
  • Aanvraag, wachttijd en doorlooptijd
  • Crisissituaties en Wgs-moratorium
  • Schuldhulpverleningsovereenkomst
  • Verplichtingen op grond van de Wgs en samenloop met andere wetten
  • Basisbankrekening
  • Beschikkingen afgeven
  • Bezwaar, beroep en klachten
  • Jurisprudentie

Ik probeer mijn agenda vrij te maken voor die datum!

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies

One Reply to “Eigen bijdrage collectief vervoer, Studiedag Wmo-begeleiding en scholing Wet gemeentelijke schuldhulpverlening”

  1. Pingback: Eigen bijdrage CVV (vervolg), vijf nieuwe resultaten modelverordening en advisering in Wmo-zaken | Ingeborg Lunenburg Opleiding + Advies

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

zeventien − 9 =