Langdurige zorg onder de loep of op de schop?

Gaat de langdurige zorg op de schop of wordt deze zorg onder de loep genomen?
Vandaag debatteerde de Kamer de hele dag over de hervormingen in de langdurige zorg. Aanleiding is de brief van 25 april aan de Tweede Kamer. Met belangstelling heb ik dit debat gevolgd en ik moet de Van Rijn complimenteren met de wijze waarop hij dat heeft gedaan. Over deze Staatssecretaris moet ook worden gezegd dat hij degelijke inhoudelijke dossierkennis heeft! Hij legt ook uit dat het om een heel breed technisch dossier gaat waarover hij de Kamer voor en na de zomer per dossier verder inhoudelijk zal informeren. Dat moet nog gebeuren in de vorm van wetsvoorstellen (AWBZ, Wmo, Zvw en Wtcg en CER). Van Rijn kan zich – niet verrassend overigens – nog niet verzekeren van een meerderheid in de Kamer, maar iedereen onderkent de noodzaak dat we in de zorg en ondersteuning in Nederland anders moeten organiseren.

Verspilling: door fraude of organisatie van zorg
Moet dat via ingrijpende wijzigingen of zijn er alternatieven? Steeds meer voorbeelden duiken op waarbij fraude of verspilling van gelden aan de orde komen. Ik wijs op het programma Gesjoemel in de zorg deel II door KRO Brandpunt van afgelopen zondag. Via de link zijn overigens ook de reacties van de GGZ en het CIZ te lezen. En wat vinden we eigenlijk van de winsten in de ouderenzorg die naar recordhoogte zijn gestegen, zo meld NU.nl op 8 juni. Verder kennen we allemaal de voorbeelden van fraude met persoonsgebonden budgetten of de Belastingtoeslagen. Bij schokkende reacties van deze en gene vraag ik me wel af of we niet allemaal (een beetje veel) boter op ons hoofd hebben.Vast staat dat de ondersteuning en zorg in Nederland anders moet worden georganiseerd om een betaalbaar systeem te behouden voor de toekomst. Daarover bestaat in de politiek, zo bleek ook tijdens het debat vandaag ook geen misverstand. Overigens lanceerde het ministerie van VWS in mei het Programma Verspilling in de Zorg. Met onder meer het Meldpunt Verspilling pakt de overheid samen met de zorgsector de verspilling aan.

Eigen kracht en verantwoordelijkheid toverwoorden?
Een terugtredende overheid of misschien beter gezegd een die aansluit op als burgers – al dan niet met hulp van anderen – het echt niet (meer) kunnen. Eigen kracht en verantwoordelijkheid zijn termen die steeds terugkomen in het politieke debat en mede zijn gebaseerd op onderzoeken, adviezen en rapporten. Deze termen worden of zijn ook vertaald in wet- en regelgeving. In de Rijksregelingen voor aanvullende inkomensondersteuning gaat dat in ieder geval over eigen inkomen en vermogen. In de Wmo lezen we eigen verantwoordelijkheid in Memorie van Toelichting en als ik de presentatie van 3 juni over de hervormingen aan wethouders lees, wordt dat in de nieuwe Wmo sterker gepositioneerd. Ik zie geen afdwingbaar karakter, gelukkig. In de AWBZ en de Zvw is dat wel afdwingbaar, maar in welke mate dat wordt aangescherpt is nog niet precies duidelijk. Verdere schadelastbeperking voor de gebruiker van zorg en een toename van het aantal eigen betalingen, zo ik begrijp.

Solidariteit en wederkerigheid
Van alle betrokken partijen wordt solidariteit en wederkerigheid verwacht. Dat zijn dus de gebruikers maar ook de leveranciers van zorg en de gemeenten. Hele aardige rapporten hierover zijn:

  • Samen! – en met de overheid: de publieke opinie over solidariteit door het Sociaal Cultureel Planbureau en de Raad voor maatschappelijke ontwikkeling (mei 2013)
  • Rondje voor de publieke zaak door de Raad voor maatschappelijke ontwikkeling (mei 2013).
  • Het belang van wederkerigheid….solidariteit gaat niet vanzelf door de Raad voor Volksgezondheid en zorg (maart 2013)
  • Vertrouwen in burgers door de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (mei 2013)

Verder wordt in de nieuwe Wmo gesproken over ‘samenredzaamheid’. Daarmee wordt bedoeld dat burgers elkaar bijstaan. Ik ben benieuwd of daar ook een wettelijke definitie voor wordt geformuleerd.

Hervormingen: een heel groot technisch dossier
Zoals Van Rijn in debat terecht met regelmaat opmerkt heeft de hervorming van zorg en ondersteuning betrekking op nog te wijzigingen wet- en regelgeving. De hoofdlijnennotitie van 25 april is de tekentafel waarin uitgangspunten staan geformuleerd over de manier of beter gezegd een systeem hoe dat er toekomst uit gaat zien. Vergaande decentralisatie aan gemeenten moet leiden tot een betaalbaar systeem. De organisatie van zorg en ondersteuning moet dichtbij de burgers worden georganiseerd. En wie kan dat beter als de gemeente. Zie ook de brief van 23 april over Proeftuinen en pilots ‘betere zorg met minder kosten’ aan de Tweede Kamer. Van Rijn noemde ook innovatieve projecten zoals In voor zorg, een programma voor de langdurige zorg van het ministerie van VWS en Vilans, kenniscentrum langdurende zorg. Op 11 juni ga ik naar een bijeenkomst die wordt georganiseerd in Elst. Verder zegt Van Rijn de Kamer toe dat er tijdig een degelijk transitieplan (spoorboekje) beschikbaar komt.

Afbakening en verplichte samenwerking
De wijkverpleegkundige is/komt terug in de wijk gefinancierd uit de Zvw. In debat kwam naar voren dat er mogelijk een wettelijke plicht komt voor zorgverzekeraars om samen te werken met gemeenten. In dat kader zijn veel vragen gesteld over de afbakening tussen wetgeving. Voor de meest kwetsbare burgers blijft de onverzekerbare zorg in de kern-AWBZ beschikbaar. Net als vorig jaar tijdens de Kamerbehandeling over het oude wetsvoorstel Begeleiding verzoeken Kamerleden de Staatssecretaris om nog eens kritisch te kijken of bepaalde AWBZ-zorg niet toch in de kern-AWBZ beschikbaar moet blijven. Ik noem begeleid wonen voor GGZ-cliënten, kinderen met AWBZ-BG en een indicatie voor het kindercentrum, palliatieve zorg en verzekerden met AWBZ-zorg waarbij sprake is van enige ondoelmatigheid. Dat zal nog de nodige discussies gaan opleveren zodra de Kamer debatteert over de wetsvoorstellen.

Maatwerk
Telkens wordt gesproken over maatwerk. Dat impliceert persoonlijke aandacht waarop beslissingen worden gebaseerd. Ik vraag me af of dat in de praktijk uiteindelijk ook zo zal gaan. Wel staat vast dat er in de wet- en regelgeving niet tot in de puntjes wordt verankerd wanneer de aanspraak bestaat. Dat zie ik ook terug in de eerder genoemde wethouderspresentatie. Naar aanleiding van de kritische vragen over de toegang tot de kern-AWBZ antwoordt de Staatssecretaris dan ook dat het CIZ deze toegang op inhoudelijke gronden zal gaan baseren. Dit betekent dat de huidige ZZP-systematiek in de kern-AWBZ zal verdwijnen. En dat leidt inderdaad tot maatwerk. Daarmee zijn de zorgen over de huidige ZZP’s niet weggenomen. In het Kamerdebat over het wetsvoorstel kern-AWBZ zal de discussie over het verdwijnen van AWBZ aanspraken voor de ‘huidige’ ZZP 3 en 4 verzekerden uitvoerig over het voetlicht komen.

Persoonsgebonden budget
Uiteraard veel vragen over het solide persoonsgebonden budget. Vanaf 1 januari 2014 wordt het recht op een persoonsgebonden budget in de AWBZ al fors aangescherpt. Daartegen bestaat veel weerstand. Een van de criteria die straks moeten gaan gelden voor een persoonsgebonden budget is regievermogen. De vraag is of je nu eerst regievermogen moet hebben of dat juist een persoonsgebonden budget er voor zorgt dat je – samen met anderen – regievermogen krijgt of zult behouden. Interessant vond ik ook de vragen over het recht op een persoonsgebonden budget voor mantelzorgers. Het doet niet af aan de discussie daarover maar volgens mij ben je geen mantelzorger als je betaald wordt. Ook kwam de vraag weer op of de mantelzorger zelf aanspraak kan maken op hulp bij huishouden op grond van de Wmo.

Korting op budgetten
De vragen om uitleg over de korting op budgetten konden niet uitblijven natuurlijk. Daar heeft te maken met de doorrekening, niet eenvoudig. In mijn werkpraktijk merk ik gemeenten geen eenduidige antwoorden krijgen op vragen over de kortingen op de verschillende budgetten die met de verschillende transities overkomen. Dat is voor beleidsmedewerkers toch een must in de voorbereidingen! Het jaar 2015 lijkt dan wel ver weg, maar nog ruim anderhalf jaar te gaan voor de organisatie, infrastructuur en de behandeling van wetgeving in de Kamers is geen sinecure!

Schrappen landelijke inkomensondersteuning chronisch zieken en gehandicapten
De Kamerleden hebben ook over dit dossier vragen gesteld. Wat betekent dit voor burgers en gemeenten? Van Rijn heeft toegezegd dat hij nog voor de zomer het wetsvoorstel intrekken Wtcg en CER naar de Tweede Kamer stuurt. Ik kan uit de verschillende documenten niet opmaken wat en binnen welk wettelijke kader gemeenten een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo of inkomenssteun met de bijzondere bijstand moeten of kunnen inzetten. Wel is duidelijk dat er veel geld naar gemeenten toekomt. In een ander weblog zal ik hier inhoudelijk op ingaan.

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

drie × vier =